Door deze diagnose krijg je snel inzicht in de huidige cultuur. Op basis van deze diagnose kan je bepalen wat de beste aanpak voor je project/verandering is. Besef daarbij dat afhankelijk van je doelstelling een bepaalde cultuur helpt of niet. Zoek/creëer aanvullende cultuurelementen indien je die in de huidige cultuur mist om je project tot een succes te maken.
Neem als voorbeeld de ontwikkeling van een nieuw product of dienst in een Familiecultuur en wat die cultuur betekent voor je project. Denk dan aan de volgende aspecten.
Je doelstelling (SMART)
De familiecultuur verlangt een globale doelstelling die de uitkomst is van meerdere overleggen.
Draagvlak voor verandering
In de familiecultuur zal veel aandacht besteed moeten worden om zoveel mogelijk mensen achter de verandering te scharen. Bij een nieuw product zal dit niet lukken en de kans op de lancering van een werkelijk nieuw product neemt hierdoor af. Er zal een consensus product ontstaan met veel draagvlak. Wellicht is hier niets mis mee (afhankelijk van de project doelstelling) maar wees ervan bewust.
Scope wijzigingen
De familiecultuur hecht niet zo sterk als in de hiërarchiecultuur aan controle maar ze heeft het wel. In geval van de ontwikkeling van een nieuw product zal scope wijziging veel aan de orde zijn en houd dus rekening met vertraging op dit vlak. De wijzigingen zullen niet altijd middels formele besluitvorming plaatsvinden.
Projectplannen en rapportages
De familiecultuur is intern gericht en zal rapportages willen hebben die gaan over kosten en draagvlak en zal minder gericht zijn op de baten en kansen van het project. Mondelinge rapportages voldoen in de regel.
Acceptatiecriteria
Deze zijn informeel en worden met de direct betrokkenen (individueel) afgestemd.
Risicomanagement
Dit krijgt beperkte aandacht
Bij de introductie van een nieuw product in een Familiecultuur wil je graag elementen uit de markt en/of Adhocratiecultuur opnemen.
Welk soort projectleider past het best?
Gewenst type projectleider | Zijn/haar valkuil | |
Familiecultuur | De projectleider onderhoudt een goede relatie met de opdrachtgever en projectomgeving. | De verandering kan botsen met de goede relatie; er wordt veel gepraat en weinig veranderd. |
Hiërarchiecultuur | De projectleider creëert ruimte binnen de hiërarchie en motiveert het team. | Conflicten tussen lijn en project; bureaucratie. |
Adhocratiecultuur | De projectleider stimuleert het proces en structureert. Creëert time-boxen en commitment op tussenproducten. | Het werk komt niet echt af. |
Marktcultuur | De projectleider staat zijn mannetje in de organisatie; hij heeft een goed beeld van de organisatie. | Onvoldoende borging in de organisatie. |